Dit boek behandelt de moderne Nederlandse gerechtsgebouwen vanuit het gebruikersperspectief. Wat waren de redenen om het recente bouwprogramma uit te voeren en hoe drukken de gebouwen als gerechtsgebouw hun functie uit? Via een vergelijking met de gebouwen van een eeuw eerder wordt duidelijk wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen moderne en klassieke gerechtsgebouwen. Het boek belicht de gebouwen als expressie van ideeën over recht en rechtspraak, architectuur en de organisatie van het bouwen voor de rijksoverheid, heden ten dage en een eeuw geleden. In grote lijnen is men erin geslaagd om een reeks gebouwen neer te zetten die voldoen aan de gestelde functionele eisen. Maar er zijn ook critici, die zeggen dat de functie van deze gebouwen minder duidelijk wordt uitgedrukt en dat ze minder betekenisvol zijn dan hun voorgangers. Ros Floor gaat na wat hierin de rol is geweest van de politiek, opdrachtgevers (Rechtspraak en Rijksvastgoedbedrijf) en ontwerpers.