De Romeinse historicus Quintus Curtius Rufus tekende in de eerste eeuw n. Chr. in het Latijn een levendige en meesleepende geschiedenis op van de verovering van het Perzische Rijk door Alexander de Grote. Hij beschrijft de vele spectaculaire, gewaagde, soms overmoedige, maar bijna altijd succesvolle militaire avonturen die tussen 334 en 323 v. Chr. Plaatsvonden. Daarnaast schetst hij een intrigerend beeld van de man die uiteindelijk na al zijn triomfen ten onder gaat: Alexanders gevaarlijke driftbuien, drankzucht en extreme wreedheid contrasteren met zijn vergevingsgezindheid en generositeit. Curtius beschrijft dit genuanceerd en met kritische blik. Maar ook Alexanders grote tegenstander, de Perzische koning Darius, zet hij neer met empathie. Curtius’ stijl is bloemrijk en meeslepend en zijn redevoeringen zijn van grote klasse. Zijn geschiedenis leest als een moderne historische roman en diende als een inspiratiebron voor grote schrijvers als Petrarca en Louis Couperus. Nu is het mogelijk om Quintus Curtius Rufus’ Alexander de Grote ook in het Nederlands te lezen. Julius Roos brengt de eerste Nederlandstalige vertaling van Curtius’ gehele werk, die parallel met het origineel gepresenteerd wordt. De tekst en vertaling zijn ingeleid door Diederik Burgersdijk.