Op 9 oktober 1937, drie maanden na het uitbreken van de Tweede Chinees-Japanse Oorlog, werd de Noord-Chinese stad Chengtingfu na zware gevechten door het Japanse leger ingenomen. Voor de bisschop ter plaatse, de Nederlander Frans Schraven, lid van de congregatie van de lazaristen, braken enkele benarde uren aan. Tegen de avond werd hij opgepakt en kort daarna samen met acht andere Europeanen vlakbij zijn residentie vermoord. Hoogstwaarschijnlijk uit wraak vanwege zijn weigering om vrouwen die naar zijn missieterrein waren gevlucht, uit te leveren aan plunderende soldaten. Die waren op zoek naar geld en goederen, maar ook naar ‘troostmeisjes’.
In deze biografie gaat Jan Jacobs uitvoerig in op de achtergronden van de moord, maar ook op de wijze waarop Schraven zeventien jaar lang invulling heeft gegeven aan zijn kerkelijk leiderschap in een land dat toen bijna continu werd geteisterd door oorlog en geweld. Daarbij trok hij zich vooral het lot aan van de veelal arme boerenbevolking in zijn bisdom.