Tegenwoordig zijn de meeste consumenten zich bewust dat de elektriciteitsvoorziening niet alleen binnen het eigen land geregeld wordt, maar dat er ook stroom van buiten het land aangekocht wordt. Maar welke ideeën ten grondslag lagen aan de aanleg van dit Europese netwerk is meestal niet bekend.
Vincent Lagendijk laat zien dat de aanleg van een Europees elektriciteitsnetwerk een tweeledige motivatie had. Aan de ene kant, zou een Europees netwerk economische groei en de vrede binnen Europa bevorderen. Aan de andere kant zou de economische groei op zijn beurt het militair potentieel vergroten. Door gebruik te maken van een breed scala aan zelden gebruikte bronnen, wordt ontrafeld hoe ingenieurs, industriëlen, en beleidsmakers van dit gedachtegoed gebruik maakten om steun te krijgen voor de bouw van een geheel Europees dekkend systeem.
De empirische aangepakte hoofdstukken laten zien hoe de Europese samenwerking in het interbellum leidde tot de aanleg van een stroomnetwerk, maar ook hoe de Grote Depressie en de Tweede Wereldoorlog roet in het eten gooide van een snelle afhandeling hiervan.
De daaropvolgende hoofdstukken beschrijven de invloed van het Marshallplan op de ontwikkeling van een Europees netwerk, waarbij zowel de economische als de militaire aspecten een rol speelden.
Het laatste hoofdstuk toont hoe een West-Europees stroomnetwerk gebruikt werd om het IJzeren Gordijn te bestrijden, maar ook dat verlangen naar uitbereiding van het netwerk een onderbouwing vormde voor politieke toenadering tot het Oosten in de jaren 1970 en 1980. De politieke en economische onrust die na 1989 plaatshad versnelde vervolgens dit proces, wat ten slotte leidde tot een werkelijk Europees systeem in 1995.