Vladimir Nabokov is een van de grootste romanschrijvers van de vorige eeuw en is als stylist ongeëvenaard. De culturele rijkdom van zijn proza is van een uitzonderlijke veelzijdigheid. In dit boek wordt uiteengezet hoe de schilderkunst in zijn werk is verweven. Nabokov was voorbestemd om kunstschilder te worden. Hij had dezelfde leermeester als Chagall. Zijn romans vertonen een schittering aan kleuren en licht en donker zijn in permanente dialoog. Meer dan honderd schilders worden in zijn romans vernoemd.
Naast een uitgebreide inleiding waarin de vele relaties worden beschreven die Nabokov aanbracht tussen de literaire en visuele kunsten wordt en detail ingegaan op diverse romans: Een lach in het donker, Het werkelijke leven van Sebastian Knight, Pnin, Lolita, Bleek vuur, en Ada. Een hoofdstuk is geheel gewijd aan Leonardo da Vinci, een ander aan Jeroen Bosch, beiden schilders waar Nabokov een bijzondere waardering voor had.
De auteurs laten zien hoe de picturale connotaties een extra diepte geven aan de grote thema's in Nabokov's oeuvre; liefde en verlies. Opmerkelijk is ook hoe deze referenties juist ethische aspecten in zijn werk accentueren, kanten die lange tijd onderbelicht zijn gebleven.Esthetiek en ethiek vormen bij Nabokov zo'n harmonische verbinding dat de afzonderlijke componenten niet gemakkelijk herkenbaar zijn. Deze studie vormt de eerste publicatie in boekvorm over dit onderwerp.
Het boek is rijk geïllustreerd met ongeveer tachtig reprodukties waarvan een dertigtal in kleur.