Geschenken, in de breedste zin van het woord van objecten tot gastvrijheid en van gedichten tot steun, zijn een middel om sociale relaties tot stand te brengen en te onderhouden. In dit boek wordt de aard van zeventiende-eeuwse sociale relaties onderzocht aan de hand van het geschenkgedrag van een aantal individuen, zoals schoolmeester Beck, ambachtsman Verbeeck, dichter Hooft en stadhouder Willem Frederik. Een vergelijking met twintigste-eeuws geschenkgedrag toont aan dat niet de praktijk van geschenkrelaties is veranderd, maar de manier waarop men erover hoort te praten. Dit verklaart het veelal strategische beeld dat men nu over zeventiende-eeuwse relaties heeft.