Gog en Magog, als archetypen van het kwaad, spelen sinds hun verschijning in de Bijbel en de Koran een belangrijke rol. Van plattegronden tot literatuur en teksten, van middeleeuws Europa tot de Byzantijnse en Arabische wereld, van Berber tot Perzische en Indonesische tradities, en tot in het heden met teksten op internet: steeds weer komen deze monsterlijke wezens naar voren.
Deze ‘Bijbelse’ figuren worden in gezien als aankondigers van grote veranderingen, en worden afgebeeld met hondenhoofden en slangentongen. Op omslagen van de hedendaagse Arabische apocalyptische literatuur kunnen ze zowel reuzen als half-mensen zijn.
Dit deel in de serie Iranian Studies Series onthult in acht essays het beeld van Gog en Magog zoals deze voorkomen in verschillende genres, variërend van eigentijdse folk-religie op het internet tot aan het rijke literaire erfgoed van de Alexander romances.