De (re-)constructies van het verleden in historische disciplines zoals de kunst- en architectuurgeschiedenis veranderen regelmatig. Dit gebeurt onder invloed van uiteenlopende factoren binnen en buiten de eigen discipline. In het verleden werden echter ook constructies van een verder weg gelegen geschiedenis gemaakt om de positie van een opdrachtgever (bijvoorbeeld vorsten) of een opdrachtgevende instelling (bijvoorbeeld stedelijke overheden of kloosters) een plaats te geven. Het construeren van een specifiek verleden speelde in de architectuurgeschiedenis een belangrijke rol, omdat gebouwen uitstekende zichtbare tekens waren van macht en gepretendeerde posities. In zijn oratie bespreekt Lex Bosman aan de hand van de omgang (ambulatorium) de problematiek van de constructies van een architectonische geschiedenis in de architectuurgeschiedenis van zowel toen als nu. De belangrijkste gebouwen die hierbij ter sprake komen zijn de bisschopskerk van Rome, de St. Jan van Lateranen (vierde en vijfde eeuw), de vroegere bisschopskerk van Keulen (begin negende eeuw) en het beroemde kloosterplan van St. Gallen van rond 830.