Annemieke van Drenth onderzoekt aan de hand van de geschiedenis van de Haagse Idiotenschool hoe speciale kinderen in de loop van de negentiende eeuw ontdekt werden. Dominee Cornelis E. van Koetsveld richtte deze eerste school voor speciaal onderwijs op met steun van de zeer betrokken koningin Sophie. Kinderen die niet mee konden komen in het gewone lager onderwijs werden er onder de noemer ‘idioot’ opgenomen. Idiotisme werd niet langer als ziekte gezien, maar als stagnatie in de kinderlijke ontwikkeling. Prikkeling van de zintuigen moest de innerlijke wereld van het kind doen ontwaken. Erkenning van idiotisme als sociaal syndroom maakte speciale kinderen tot object van zorg. Met veel geduld werden hen basale zaken aangeleerd. De groeiende aandacht voor speciale kinderen onderstreepte niet alleen de idee van normaliteit, maar stimuleerde ook het verlangen om álle kinderen te onderwijzen. De consequenties daarvan zien we tot op de dag van vandaag terug in ons schoolsysteem.