In 2000 en 2001 werden in twaalf noordelijke provincies van de Federale Republiek Nigeria het islamitisch strafrecht ingevoerd, als onderdeel van een van een aantal maatregelen gericht op de "de herinvoering van de sharia." Onmiddellijk hierna werden de eerste verdachten veroordeeld tot dood door steniging of amputatie van een hand. Afgezien van een paar goed gedocumenteerde rechtszaken, is er weinig bekend over de aard van de rechtszaken onder het islamitisch strafrecht.
Doormiddel van een steekproef wordt in dit proefschrift de invoering van islamitisch strafrecht bekeken en de evolutie van de justitiële praktijk in de regio’s in kaart gebracht op basis van historische, culturele, politieke en religieuze context.
De invoering van islamitisch strafrecht werd geïnitieerd door politici en islamitische groeperingen, maar al snel werd duidelijk dat op hogere juridische niveaus deze wetten ingeperkt werden, en ook de lokale instanties zorgden voor een indamming van potentiële uitwerking van deze nieuwe wetten.