Dit boek stelt het concept kasteel in Nederland, Engeland en Ierland centraal, waarbij zowel het gebruik en de betekenis van dit concept in het heden als in het verleden aan bod komt. Het eerste deel van het boek bespreekt in drie hoofdstukken de interpretatie en toe-eigening van het kasteel op een academisch, nationaal (of nationalistisch), en een persoonlijk (historisch sensationeel) niveau. Het tweede deel, eveneens bestaande uit drie hoofdstukken, beslaat de 16de en 17de eeuw. Centraal in dit tweede deel staat de (sociaal-culturele) betekenis van kastelen voor de toenmalige elite die deze gebouwen bewoonden