In de negentiende eeuw vond de herontdekking plaats van vijftiende-eeuwse paneelschilders uit de Nederlanden, zoals de Meester van Flémalle alias Robert Campin, Rogier van der Weyden, de gebroeders van Eyck, Hugo van der Goes, Hans Memling, Geertgen tot Sint Jans en Gerard David. Sindsdien heeft de belangstelling voor hun werken zoals die tot uitdrukking komt in collectionering en onderzoek een geweldige vlucht genomen. De bestudering van deze schilderijen omvat allerlei aspecten, zoals toeschrijving en datering, bronnen-onderzoek, inhoudelijke interpretaties, en onderzoek naar werkplaatspraktijken en de sociale en cultuur-historische context. Deze publicatie biedt een introductie op de Oudnederlandse schilderkunst door te laten zien op welke verschillende manieren deze kunst sedert haar herontdekking verzameld, onderzocht en geïnterpreteerd is. Allereerst wordt dit gedemonstreerd aan de hand van de bespreking van een aantal afzonderlijke werken. Dan wordt de geschiedenis van de herontdekking, van het ontstaan van collecties, en van de ontwikkeling van allerlei kunst- en cultuurhistorische visies en benaderingswijzen behandeld. Tot slot komen moderne invalshoeken aan de orde: materieel-technisch onderzoek, opdrachtgeversonderzoek en onderzoek naar symbolische betekenissen.
'"the clearly written essays address crucial and current issues" "this is an efficient and essential study that seeks to integrate the form, content, and function of these paintings" "highly recommended" - American Library Association
"written by a truly all-star cast of authors" "this book is both authoritative and readable, concise yet engaged with the essentials: artists, works, history of interpretation, and current methodologies. It should make for a splendid teaching tool" - The Art Book